Administratieve boetes
Op 1 november 2018 is de nieuwe wet op de politie van de spoorwegen van 27 april 2018 in werking getreden.
Al wie onrechtmatig gedrag vertoont in de trein, de stations of de spoorweginstallaties, kan een administratieve boete krijgen.
3 soorten inbreuken:
1) Inbreuken met betrekking tot vervoersbewijzen
2) Inbreuken met betrekking tot overlast in de spoorweginstallaties
3) Inbreuken die de spoorwegveiligheidin het gedrang brengen
3 soorten vervolging:
1) Strafrechtelijk: in geval van recidive, nl. meer dan 10 inbreuken op de vervoerbewijzen
2) Gedepenaliseerd (administratieve boete)
In geval van kleinere overlast: met de fiets in de spoorweginstallaties rijden, roken in de trein, inbreuk op het vervoersbewijs …
3) ‘Gemengd’ (strafrechtelijke procedure OF administratieve procedure)
Bij ernstige overlast: in- of uitstappen nadat de treinbegeleider het vertreksignaal heeft gegeven, niet naleven van de vervoersvoorwaarden van de handbagage, plooifietsen die niet aan de reglementering beantwoorden, openen van de deuren vooraleer de trein volledig stilstaat, misbruik van de omroepinstallatie, graffiti, gewelddadig gedrag, aan de noodrem trekken, de deuren van de trein forceren ...
Volgens het type inbreuk is er een strafrechtelijke of een administratieve vervolging.
Steeds volgens de begane inbreuk, indien het gaat om een inbreuk met betrekking tot het vervoerbewijs, is het in eerste instantie mogelijk de inbreuk te regelen via een minnelijke procedure die in detail beschreven wordt in Regularisatie en aan boord van de trein gekocht biljet.
Indien het dossier strafrechtelijk vervolgd kan worden, stelt de betrokken persoon zich bloot aan een gevangenisstraf van acht dagen tot vijf jaar en/of een strafrechtelijke boete van minstens 26 euro (verhoogd met de opcentiemen – m.a.w. op dit ogenblik vermenigvuldigd met 8).
Als de inbreuk vervolgd wordt in het kader van een administratieve procedure, stelt de betrokkene zich bloot aan een administratieve boete waarvan het bedrag kan variëren naargelang de categorie van de inbreuk en naargelang om het om een eerste inbreuk of om een geval van recidive gaat:
- Categorie 1 - bv. roken of met de fiets rijden in het station
1e inbreuk | 2e inbreuk (*en volgende binnen het jaar) | 3e inbreuk en volgende (binnen het jaar) |
€ 50 | € 75 | € 150 |
- Categorie 2 - bv. graffiti of op de trein stappen terwijl de deuren sluiten
1e inbreuk | 2e inbreuk (*en volgende binnen het jaar) | 3e inbreuk en volgende (binnen het jaar) |
€ 100 | € 250 | € 350 |
- Categorie 3 - bv. inbreuken met betrekking tot de vervoersbewijzen
1e inbreuk | 2e inbreuk (*en volgende binnen het jaar) |
€ 250 | € 500* |
- Categorie 4 - bijvoorbeeld gewelddadig gedrag of het treinverkeer verstoren
1e inbreuk | 2e inbreuk (*en volgende binnen het jaar) |
€ 300 | € 500* |
Uitzondering: als de administratieve boete uitgesproken wordt ten laste van een minderjarige die op het ogenblik van de inbreuk tussen de 14 en de 18 jaar was, mag de administratieve boete niet meer dan 175 euro bedragen (voor minderjarigen onder de 14 jaar bestaat er geen administratieve boete maar bedraagt de boete altijd 75 euro).
Indien de reiziger zijn situatie niet regulariseert of in de gevallen waarin deze regularisatie niet toegestaan is, start de administratieve procedure met de verzending van een aangetekende brief. De betrokken persoon wordt ingelicht over het feit dat hij een inbreuk begaan heeft op de Wet op de politie van de spoorwegen en een administratieve boete riskeert. Hij ontvangt eveneens een kopie van de vaststelling of van het proces-verbaal van de inbreuk en wordt uitgenodigd om zijn verweermiddelen binnen de 30 dagen mee te delen.
indien de betrokkene tussen de 14 en 18 jaar was op het ogenblik van de inbreuk of meerderjarig is en een inbreuk heeft begaan die strafbaar is met een boete van categorie 4 (bv.: gewelddadig gedrag of verstoring van het treinverkeer), kan hij bovendien vragen om gehoord te worden. Deze mogelijkheid om gehoord te worden bestaat niet bij inbreuken met betrekking tot de vervoerbewijzen.
Na kennis te hebben genomen van de verweermiddelen van de betrokkene of hem desgevallend gehoord te hebben, kan de sanctionerende beambte beslissen om de bij wet voorziene administratieve boete al dan niet op te leggen. Hij kan de bedragen niet aanpassen of verlagen.
De beslissing wordt per aangetekende brief aan de betrokkene meegedeeld.
Wie een administratieve boete krijgt opgelegd, kan in beroep gaan binnen een periode van een maand na de kennisgeving van de beslissing.
Dit beroep kan worden ingediend via een verzoekschrift bij de bevoegde politierechtbank (voor meerderjarigen) of voor de bevoegde jeugdrechtbank (voor minderjarigen).
Zodra de beroepstermijn verstreken is, wordt de beslissing om een administratieve boete op te leggen uitvoerbaar. Ze kan met andere woorden worden overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder voor gedwongen invordering.